Ieder kind moet de kans krijgen zich zo goed mogelijk te ontwikkelen. Daarbij gaat het niet alleen om schools leren en cognitief functioneren maar om een bij het kind passend doel. Dus naast taal en rekenen ook om motoriek, sociaal-emotionele ontwikkeling, zelfstandigheid en werkhouding. Een belangrijke opbrengst is dat het kind goed in zijn vel zit en zich gewaardeerd voelt.
Gericht werken op een peuterspeelzaal en kinderdagverblijf vergroot de ontwikkelingskansen en bevordert op termijn de positie op zowel de arbeidsmarkt als in het sociale leven. Daarvoor is een stelsel nodig met aandacht voor pedagogische en educatieve doelstellingen. Dit vraagt om een hechte samenwerking van de partners in het voor- en vroegschoolse veld. Om de ontwikkeling van ieder kind zo optimaal mogelijk inzichtelijk te krijgen is het van groot belang dat deze individuele ontwikkeling gevolgd wordt door een observatiesysteem waarbij de totale ontwikkeling en de daarbij behorende mijlpalen in kaart worden gebracht.
Opbrengstgericht werken is het bewust systematisch, cyclisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties op cognitief (taal en rekenen), sociaal-emotioneel en motorisch gebied. door alle betrokken actoren, ieder vanuit eigen positie en rol.
Opbrengstgericht werken moet een doorgaande lijn zijn vanuit het voorschoolse aanbod in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven naar de basisscholen. Daarbij is het van groot belang dat alle betrokken geledingen (pedagogisch medewerkers, gemeente, besturen, locatieleiders en coördinatoren) vanuit deze definitie werken.
Om het cyclische proces te visualiseren, is het opbrengstgericht werken uitgewerkt in 2 schema's: één voor de peuters en één voor de kleuters. BOSOS 2-4 is op peuters gericht maar om te laten zien dat het systeem van de peuters doorgezet kan worden in het systeem van de kleuters volgen beide schema's op de volgende bladzijden.
Uitleg schema peuters:
Dit schema is de leidraad in BOSOS 2-4.
Het schema bestaat uit 6 kolommen:
1. | Geel | De leeftijd van de kinderen. In deze kolom worden de acties per leeftijd aangegeven |
2. | Blauw | De Cito(optioneel). De Cito voor Peuters: taal en rekenen, kan na de observaties van 3.3 jaar en 3.9 jaar afgenomen worden. Het doel van de Cito is voornamelijk het vergelijken van de uitslagen van de Cito met de observaties, waardoor een beeld van de betrouwbaarheid van de observatie geschetst kan worden. |
3. | Groen | De officiële ontwikkelingslijn van peuters. De tussendoelen en einddoelen worden bij 2.3jaar, 2.9 jaar, 3.3 jaar en 3.9 jaar en tenslotte bij 4.0 jaar getoetst. De eindobservatie van 4.0 jaar wordt in groep 1 bij 4.3 jaar herhaald. Tussendoelen en einddoelen worden vastgesteld vanuit de SLO doelen. |
4. | Oranje | De lijn van gericht volgen. Er is geringe achterstand. De leidster houdt de ontwikkeling in de gaten en onderzoekt naar drie maanden of het kind de achterstand heeft ingelopen. |
5. | Rood | Na de observatie van gericht volgen blijkt dat het kind de achterstand niet heeft ingelopen. Er zal nu een gericht plan gemaakt moeten worden. |
6. | Geel | De achterstand is groot. De vraag is nu of externe hulp ingeschakeld moet worden. |
Schema opbrengstgericht werken peuters.pdf
Uitleg schema kleuters:
Dit schema heeft dezelfde opbouw. Het verschil is dat de Cito een prominentere rol inneemt en de observatie van de tussendoelen nu om de drie maanden plaatsvindt. Dit schema staat centraal in het ontwikkelingsvolgmodel BOSOS voor kleuters.
Schema opbrengstgericht werken kleuters.pdf